π•Žπ•’π•₯ π•¨π•–π•£π•œπ•₯ π•šπ•Ÿ π•€π•”π•™π•£π•šπ•›π•—π• π•Ÿπ••π•–π•£π•¨π•šπ•›π•€ π•’π•’π•Ÿ π•π•’π•’π•˜π•˜π•–π•π•–π•₯π•₯𝕖𝕣𝕕𝕖 π•’π•Ÿπ••π•–π•£π•€π•₯π•’π•π•šπ•˜π•– π•›π• π•Ÿπ•˜π•–π•£π•–π•Ÿ ?

π•Žπ•’π•₯ π•¨π•–π•£π•œπ•₯ π•šπ•Ÿ π•€π•”π•™π•£π•šπ•›π•—π• π•Ÿπ••π•–π•£π•¨π•šπ•›π•€ π•’π•’π•Ÿ π•π•’π•’π•˜π•˜π•–π•π•–π•₯π•₯𝕖𝕣𝕕𝕖 π•’π•Ÿπ••π•–π•£π•€π•₯π•’π•π•šπ•˜π•– π•›π• π•Ÿπ•˜π•–π•£π•–π•Ÿ?


Sinds oktober heb ik een abonnement op het vaktijdschrift ‘Fons’ en wat ben ik hier blij mee. Telkens sta ik versteld van de handige tips and tricks die erin vermeld staan.

Bij de editie van februari viel mij de volgende titel mij op: ‘Wat werkt in schrijfonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren?’. De titel sprak me voornamelijk aan omdat ik in mijn eigen onderwijspraktijk vaak te maken krijg met deze doelgroep. Ondanks het feit dat de meeste van mijn leerlingen in BelgiΓ« geboren zijn, is Nederlands niet hun moedertaal.

Toen ik deze titel las ging er niet meteen een belletje rinkelen bij mij. Tot heden was ik er mij nog niet van bewust dat de vaardigheid schrijven ook aan de basis kan liggen van laaggeletterdheid. Als leerkracht schaam ik mij een beetje dat ik hier nog nooit over heb nagedacht. Vaak heb ik liggen vloeken op leerlingen die onsamenhangende zinnen schreven of erger, leerlingen waarvan ik het handschrift niet kon lezen. Wat als leerlingen inderdaad moeilijkheden hebben met het schrijven? Dan kan je als leerkracht toch moeilijk verwachten dat zij punten scoren op een zelfgeschreven, goed onderbouwd argument. Een paar jaar geleden, toen ik nog stage liep, zei mijn stagementor eens ‘zorg ervoor dat er niet te veel tekst in jouw werkbundels staan en geen groot antwoordkader, een BSO-leerling leest en schrijft niet graag’. Gelukkig heb ik niet naar de opmerking van deze stagementor geluisterd want dit lijkt me slechts een goedkope oplossing. De uitdaging zit erin om er nΓ©t wel voor te zorgen dat deze leerlingen graag lezen en schrijven in plaats van dit voor hun te schrappen in de cursus.

Het artikel gaf drie algemene richtlijnen mee;  automatiseer de basis van schrijven, begeleid het proces van schrijven en maak schrijven de voorwaarde voor leren en denken. Ik ga de algemene richtlijnen niet toelichten in deze blog maar ik raad ze zeker aan als je zelf voor de klas staat, ongeacht jouw vak. Elke leerkracht moet er zich van bewust zijn dat niet alleen lezen maar ook schrijven aan de basis ligt voor een succesvol leerproces.

Wat ik wel graag in de kijker wil zetten is het ‘gradual relase of responsibility-model’. Als leerkrachten geven we de leerlingen vaak een opdracht met de intentie ‘you do it’. We leggen de verantwoordelijk al meteen bij de leerling en verwachten dat de leerling goed presteert. Als dit allemaal zo makkelijk zou zijn, dan waren b- en c-attesten haast niet meer nodig ,maar in realiteit is dit natuurlijk niet zo. Het is onze taak als leerkracht om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden. Het gradual relase of responsibility-model gaat van ‘I do’ (de leerkracht doet het voor) naar ‘we do’  en vervolgens ‘you do’. Je gaat als het ware stapsgewijs aan de slag totdat de leerling het uiteindelijk zelfstandig kan. 

Dit model heeft mij dus geΓ―nspireerd om mijn cursussen zo op te bouwen dat dit regelmatig aan bod komt.


Trioen, M. (2021, februari). Wat werkt in schrijfonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren? FONS, pp. 34-37.

 

Reacties