βππ₯ ππππ₯ππ π€πππ π ππ§ππ£πππ₯ππ£π€ ππππππ₯ π€π₯πππππ
βππ₯ ππππ₯ππ π€πππ π ππ§ππ£πππ₯ππ£π€ ππππππ₯ π€π₯πππππ
‘Het aantal schoolverlaters blijft stijgen’ is een triestige
titel om te lezen als je zelf in het onderwijs staat. Voornamelijk als je weet
dat de grootste uitstroom in het beroepssecundair onderwijs zit. In het artikel
leggen ze vooral de link met externe factoren. Zo valt het bijvoorbeeld op dat
jongeren die thuis geen Nederlands spreken de kans op uitval ruim drie keer
hoger ligt. Ook maken ze een vergelijking met het diploma van de moeder. Er is
maar liefst 32,1 procent kans op uitval als de moeder geen diploma lager
onderwijs heeft terwijl dit maar 4,7 procent is als de moeder een diploma hoger
onderwijs heeft.
Zoals ik al zei, is dit een triestige tendens. Ik vind het
als leerkracht persoonlijk jammer dat er in het artikel voornamelijk externe
factoren worden aangehaald. Leerlingen die de Nederlandse taal niet machtig
zijn, hebben het moeilijker op school, maar dan vraag ik mij af of deze
leerlingen wel voldoende ondersteund worden? Het is inderdaad moeilijk om een
leerling gemotiveerd te houden als hij op dagdagelijkse basis moeite heeft om
de les te volgen omwille van de taal.
Ook vind ik het jammer dat er een link wordt gelegd met het
diploma van de moeder. Uiteraard zal er wel een verband zijn maar, anno 2021
vind ik de mindset ‘enkel de mama is bezig met de opvoeding van het kind’ iets
te achterhaald. Want zowel vaders kunnen hier een rol in spelen.
Ondanks het feit dat ik nog maar drie jaar lesgeef, heb ik
ook al te maken gehad met leerlingen die graag met school willen stoppen. Zo
heb ik bijvoorbeeld een leerling in het 4de middelbaar die omwille van ziekte
al twee keer zijn jaar heeft overgedaan. Hij zit nu in 4bso, pas achttien
geworden en is schoolmoe. Hij sprak me onlangs aan om even zijn hart te luchten
en aan te geven dat hij het niet meer zag zitten. Alle taken en toetsen
overweldigen hem en de combinatie met het afstandsonderwijs is ook niet
bevorderend voor de gehele situatie. Het enige wat ik kon, is hem bevestigen in
zijn kennen en kunnen. Ik gaf meermaals aan hoeveel potentieel ik in hem zag en
dat hij dit zeker niet mag laten varen. Stoppen met school is niet de
oplossing. Er zijn nog andere wegen die
hij kan verkennen zoals bijvoorbeeld deeltijdsonderwijs of zelfs
examencommissie.
Daarnaast hebben we nog corona, die gooit al sinds maart
2020 bij iedereen roet in het eten. De school waar ik lesgeef heeft ervoor
gekozen om week om week bepaalde studierichtingen afstandsonderwijs te geven.
Hierdoor mis ik als leerkracht grip op sommige leerlingen. Ik heb leerlingen
die in de klas perfect meewerken maar als ze een week thuis zitten, hoor je er
helemaal niets meer van. De taken die ze indienen zijn ondermaats gemaakt.
Hebben zij geen computer? Hebben ze moeilijkheden om zich thuis te
concentreren? Hebben ze een eigen plekje thuis waar ze voor school kunnen
werken? Daartegenover zijn er nog leerlingen die weinig motivatie hebben om
dagelijks naar school te gaan en de week afstandsonderwijs zien als een weekje
relaxen. Wanneer deze leerlingen dan uiteindelijk wel naar school komen, worden
zij overstelpt met taken en toetsen die zij nog dienen in te halen, ook hier is
niets motiverend aan. Het lijkt mij beter
om bij zulke leerlingen zorgvuldiger de afweging te maken van welke leerplandoelen
moeten ze kunnen en wat kunnen we laten weglaten? Hoe kunnen we samen met deze
leerlingen een planning maken en wekelijks opvolgen zodat deze toch niet uit de
boot vallen.
Het zijn slechts deeloplossingen maar ik geloof wel dat
dit een verschil kan maken voor leerlingen. Leerlingen gemotiveerd houden lijkt
mij de grootste drijfkracht.
Beste Eileen,
BeantwoordenVerwijderenEen leerling uit 4bso die wil stoppen met studeren, dat wil je uiteraard vermijden. Dat die jongen door ziekte al schooljaren heeft gedubbeld maakt het nog pijnlijker. Jongeren die lijden door ziekte, dat is niet eerlijk. Als die ziekte dan ook nog je schoolloopbaan in de weg staat dan is het voor een puber moeilijk om zich te motiveren om er volop tegenaan te gaan. Gooi daar bovenop het halftijdse afstandsonderwijs voor de 2e en 3e graad secundair onderwijs en dan blijft er nog weinig fut over.
Ik herinner me nog goed Kenneth (dit is niet zijn echte naam). Hij wou stoppen met school tijdens zijn zevende jaar bso. Zijn rapport was niet geweldig, maar hij was vooral schoolmoe. Zijn stagebegeleider en ik hebben op hem ingepraat en hij vond de moed om door te zetten. Buiten deze gesprekken maakten we regelmatig tijd voor hem, zodat hij zijn frustraties kon uiten. Hij heeft dat schooljaar probleemloos afgerond en toen zijn beroepsloopbaan in het slop zat is hij zelfs terug gaan studeren om een betere job te kunnen krijgen.
Eileen, doe vooral verder hoe je nu bezig bent. Jij kan het verschil maken! Elke leerling die je kan inspireren om door te zetten is de moeite waard!
Vriendelijke groeten,
Conny Berghmans